Het streven naar een vollere, meer gebeeldhouwde derrière is een wereldwijd fenomeen geworden. Hoewel Brazilië bekend staat om zijn prachtige stranden en levendige cultuur, heeft het ook een reputatie opgebouwd als centrum voor plastische chirurgie, met name voor procedures zoals de Braziliaanse buttlift (BBL). Maar naast zonovergoten beelden en ambitieuze Instagram-feeds schuilt er een fascinerend verhaal over hoe medische esthetiek verweven is met wiskunde, culturele trends en soms twijfelachtige ethiek.
Het ontstaan van de moderne bilvergroting gaat terug tot Mexico City in 1979. Dr. Mario González-Ulloa, door velen beschouwd als de “grootvader van de bilvergroting”, was een pionier op het gebied van siliconenimplantaten die speciaal voor de billen waren ontworpen. Voortbouwend op deze basis ontstond begin jaren 2000 een andere Mexicaanse chirurg, Ramón Cuenca-Guerra. Hij verfijnde niet alleen de technieken, maar wilde ook vastleggen wat een aantrekkelijke achterkant is.
Het werk van Cuenca-Guerra, met name zijn artikel “What Makes Buttocks Beautiful?”, schetste een raamwerk voor het begrijpen en manipuleren van deze anatomie. Hij presenteerde foto’s van vrouwen aan plastisch chirurgen, die vervolgens de aantrekkelijkheid van verschillende billen beoordeelden op basis van vorm, grootte en andere kenmerken. Cuenca-Guerra identificeerde zelfs “vijf soorten defecten” die chirurgen konden corrigeren met behulp van implantaten of vettransplantatie, waardoor een schijnbaar wetenschappelijke routekaart ontstond voor het bereiken van de geïdealiseerde vrouwelijke vorm.
Er ontbreekt echter een stukje in dit verhaal: de objectieve standaard op basis waarvan deze beoordelingen zijn gemaakt. De methodologie van Cuenca-Guerra was gebaseerd op subjectieve meningen en ontbeerde een rigoureuze wetenschappelijke ondersteuning. Het roept vragen op over wiens esthetische idealen werden opgelegd en of deze ‘defecten’ werkelijk universeel zijn of louter culturele constructies.
Door nog een extra laag complexiteit toe te voegen, lag de focus van Cuenca-Guerra voornamelijk op implantaten. Zijn aanpak, destijds baanbrekend, liet een cruciaal aspect achterwege: de rol van vetoverdracht bij het bereiken van de gewenste contouren.
Door deze vergissing komt Dr. José Luis Daza-Flores in beeld. De derde generatie chirurg die nu in Mexico-Stad praktiseert, beschouwt vettransplantatie als zijn artistieke medium, en hij ziet zichzelf minder als iemand die ‘defecten’ corrigeert en meer als een beeldhouwer die natuurlijke rondingen verfijnt. In tegenstelling tot de eerdere methoden van Cuenca-Guerra legt de aanpak van Daza-Flores de nadruk op het bereiken van een evenwichtig en harmonieus silhouet – een silhouet dat niet alleen rekening houdt met de vorm van de bil, maar ook met de manier waarop deze samenwerkt met de heupen, de taille en de algehele lichaamsverhoudingen.
Zijn filosofie weerspiegelt een oud idee dat door Leonardo da Vinci werd gepopulariseerd: “De schoonheid van een vorm wordt bepaald door de onderliggende structuur.” Daza-Flores bestudeert nauwgezet de unieke botstructuur en het spierstelsel van de patiënt voordat er zelfs maar rekening wordt gehouden met de vetoverdrachtshoeveelheden of de implantaatgrootte. Deze holistische benadering is de afgelopen jaren steeds populairder geworden, waarbij veel chirurgen verder willen gaan dan alleen het vergroten van de billen en naar esthetisch aantrekkelijke, natuurlijk ogende resultaten willen komen.
Maar binnen dit streven naar natuurlijk evenwicht schuilt nog een paradox: de invloed van geïdealiseerde lichaamsbeelden die in stand worden gehouden door sociale media en de popcultuur. Terwijl Daza-Flores streeft naar een geïndividualiseerde aanpak, erkent hij dat de wensen van patiënten vaak sterk beïnvloed worden door trends. De ‘Kardashiaanse curve’, met zijn overdreven grote billen en zandloperverhoudingen, is een veelgevraagde esthetiek geworden, die de grenzen verlegt van wat als realistisch en zelfs gezond wordt beschouwd.
De zoektocht om deze onbereikbare idealen na te streven roept ethische zorgen op over onrealistische verwachtingen, vervorming van het lichaamsbeeld en de kans op schade wanneer procedures worden uitgevoerd door ongekwalificeerde beoefenaars die uitsluitend trends najagen in plaats van prioriteit te geven aan het welzijn van de patiënt. Daza-Flores zelf uit zijn bezorgdheid over het feit dat chirurgen kiezen voor snelle oplossingen zoals implantaten, zonder de onderliggende problemen aan te pakken of een goede training in vettransplantatietechnieken te zoeken.
Deze spanning tussen geïndividualiseerde schoonheidsnormen en op de massamarkt gebrachte idealen benadrukt het complexe samenspel van medische vooruitgang, sociale druk en persoonlijke ambities die de groeiende populariteit van de Braziliaanse buttlift voeden. Het dwingt ons om ons af te vragen: naarmate de technologie evolueert en de esthetiek verandert, wat is dan werkelijk ‘mooi’ en wiens definitie zou deze krachtige interventies op de menselijke vorm moeten leiden?
